Tendensen bij de verzekeringen niet-leven

Niet-Leven

Tendensen bij de verzekeringen niet-leven

Overstromingen, droogte en digitalisering: drie belangrijke thema's die hun stempel hebben gedrukt op het jaar 2021 en die in 2022 meer dan ooit actueel zullen zijn voor de sector.

Een zomer ten prooi aan overstromingen

De klimaatverandering is een realiteit die alleen nog door enkele klimaatsceptici wordt betwist, terwijl de gevolgen ervan in alle seizoenen alsmaar zichtbaarder worden. Natuurrampen doen zich steeds vaker voor, zoals de ongeziene overstromingen van juli 2021 in ons land hebben geïllustreerd. In deze context bleken de verzekeringen onontbeerlijk voor de getroffenen.

In alle categorieën samen (eenvoudige risico’s, voertuigen en grote ondernemingen & instellingen) werden bijna 72.000 schadegevallen aangegeven voor een totaal van meer dan 2 miljard euro. De wettelijke vergoedingsgrens van de brandverzekeraars die in het kader van de natuurrampendekking eenvoudige risico’s dekken (woningen, kleine handelszaken, landbouwbedrijven …) werd al zeer snel overschreden

Gezien de regionalisering van de Nationale Kas voor Rampenschade en de verschillende standpunten die de Gewesten hebben ingenomen inzake de overname van de bevoegdheid om de kosten boven de individuele vergoedingsgrens van de verzekeraars te vergoeden, hebben de verzekeringssector en elk van de Gewesten voor de overstromingen van juli een uitzonderlijk protocol gesloten. Het doel hiervan: kunnen waarborgen dat alle verzekerde slachtoffers hun schade volledig vergoed krijgen.

Deze grootschalige klimaatgebeurtenis heeft aangetoond dat het absoluut noodzakelijk is dat er een duidelijk en duurzaam wettelijk kader komt voor de vergoeding bij natuurrampen. De verzekeringssector pleit voor een publiek-private samenwerking die ook in de toekomst een volledige schadeloosstelling van de verzekerde slachtoffers kan garanderen. In welk Gewest ze ook wonen en ongeacht de brandverzekeraar bij wie ze hun polis hebben gesloten, en dit voor alle natuurrampen, die naar alle waarschijnlijkheid in ernst en aantal zullen toenemen. Zonder een welomlijnd wettelijk kader blijft er voor de toekomst onzekerheid bestaan over de mogelijkheid om slachtoffers van grootschalige natuurrampen volledig te vergoeden. De verzekerde die zijn verzekeringspremie heeft betaald zou dat nochtans mogen verwachten.

Droogteschade

Paradoxaal genoeg ligt de klimaatverandering niet alleen aan de basis van verwoestende gebeurtenissen zoals de overstromingen van afgelopen juli, maar veroorzaakt zij ook schade door droogte. Zo hebben sommige gebouwen op kleibodems schade geleden door de droge zomers van 2018, 2019 en 2020. Kleibodems hebben de fysieke eigenschap dat zij door droogte inklinken. Hierdoor ontstaan barsten en andere schade aan de gebouwen als hun fundamenten niet op deze bijzondere omstandigheden berekend zijn. De natuurrampendekking die in 2006 verplicht is opgenomen in alle brandpolissen voor eenvoudige risico’s dekte dit risico niet.

Eind oktober nam de Kamer een voorstel van interpretatieve wet aan inzake de wet betreffende de verzekeringen van 2014. Die stipuleert dat een inklinken van een belangrijke massa van de bodemlaag dat geheel of ten dele het gevolg is van een langdurige periode van droogte een grondverzakking is in de zin van de wet betreffende de verzekering tegen natuurrampen voor eenvoudige risico’s.

En dus wordt schade aan gebouwen als gevolg van het inklinken van de bodem door langdurige droogte verondersteld gedekt te zijn in het kader van de dekking van grondverzakkingen door de brandpolissen sinds de inwerkingtreding van de wet betreffende de verzekeringen van 2014. Welke vormen van schade onder de dekking vallen, moet nog worden bepaald. Brandverzekeraars vergoeden over het algemeen namelijk alleen schade die voortvloeit uit een verzekerd gevaar, en geen aan de woning aan te brengen verbeteringen die ten laste van de eigenaar zijn.

Assuralia pleit voor een risicopreventiebeleid om schade door droogte te voorkomen, met de opstelling van een cartografie van risicozones waarbinnen nieuwe gebouwen onderworpen zouden zijn aan specifieke normen die rekening houden met de bijzondere aard van de bodem. Om de verzekering van natuurrampen betaalbaar te houden, is een samenwerking tussen de verzekeringssector, de herverzekeraars en de overheid cruciaal, zo blijkt. En liever vandaag dan morgen, gezien het toenemende aantal aan de klimaatverandering toe te schrijven fenomenen.

De digitale ontpopping van de verzekeringssector

Digitale tools krijgen een steeds prominentere plaats in onze dagelijkse gewoonten op het vlak van levensstijl, werk, consumptie, sociale contacten ... Dit heeft ondernemingen en instellingen ertoe aangespoord hun digitaliseringsinspanningen op te drijven om gelijke tred met de burger te houden.

De verzekeringssector hinkt alleszins niet achterop. In de loop van 2021 heeft Assuralia een denktank opgericht die zich buigt over initiatieven om innovatie te stimuleren en om de digitale transformatie van de verschillende processen die eigen zijn aan het verzekeringsvak te vereenvoudigen. Er werden eerste contacten gelegd met de vereniging FinTech Belgium en met Belgische of in België actieve fintechs om lokaal ondernemerschap aan te moedigen.

Dergelijke initiatieven, hoewel ze technisch en discreet van aard zijn, blijven broodnodig en dragen actief bij aan de digitale transitie. Als voorbeeld noemen we de sectornorm Telebib: een open elektronisch normalisatie-instrument. Telebib legt een gemeenschappelijke taal voor de verschillende marktspelers vast en maakt de harmonisering mogelijk van de praktijken op het vlak van gegevensuitwisseling, in het bijzonder tussen de verzekeringsondernemingen onderling of tussen verzekeringsondernemingen en hun distributiekanalen. Telebib is een hefboom voor innovatie en interoperabiliteit op sectorniveau.

Ook de bestrijding van georganiseerde fraude in de autoverzekering krijgt de nodige aandacht. Om die doelstelling te helpen verwezenlijken, werd in januari de Schadedatabank in gebruik genomen bij Alfa Belgium. De Schadedatabank kan een beperkt aantal gegevens uit schadeaangiften kruisen en zo eventuele verbanden vaststellen die dan worden gemeld aan de verzekeringsondernemingen. Die kunnen vervolgens, als zij dat nuttig achten, een grondiger onderzoek starten. Fraude in de autoverzekering vertegenwoordigt 120 tot 240 miljoen euro per jaar en doet de premies voor alle verzekerden met drie tot zes procent stijgen.

Een van de andere vermeldenswaardige digitale projecten in de sector is Assurmed. Voortbouwend op het succes van AssurPharma, het systeem voor de uitwisseling van attesten tussen apothekers en verzekeraars dat enkele jaren geleden werd ingevoerd, willen de verzekeraars in 2022 verdere stappen zetten in de digitalisering van hun dienstverlening. Assurmed beoogt een vlottere terugbetaling van ambulante kosten aan patiënten met een aanvullende gezondheidsverzekering door de automatisering van het terugbetalingsproces. Dit project betreft de ambulante kosten naar aanleiding van raadplegingen van huisartsen, tandartsen of kinesitherapeuten, maar in de toekomst is een uitbreiding naar andere specialismen mogelijk. De fasen gewijd aan de technische analyse en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) zijn al afgerond. Van de zeven verzekeraars waarop dit project betrekking heeft, wordt begin 2022 groen licht verwacht. De uitrol zou dan uiterlijk begin volgend jaar moeten volgen.

Het verzekeringsbewijs in de cloud

In de autoverzekering wordt de grootste zichtbare verandering van het jaar de omvorming van het verzekeringsbewijs tot een volledig digitale versie. Dit project, dat ‘Proof of Insurance’ (POI) werd gedoopt, biedt voordelen aan zowel de verzekeraar en de politiediensten als aan de consument, en zou het aantal voertuigen op de weg zonder geldige verzekering moeten helpen terugdringen.

Alle gegevens over het verzekeringsbewijs zullen realtime worden gecentraliseerd op een onlineplatform. Dit voorkomt struikelblokken door een betalingsachterstand of door fraude. Enerzijds kan de politie doeltreffender optreden tegen niet-verzekerde voertuigen omdat de verzekeringsstatus van een voertuig op basis van de nummerplaat 24 uur op 24 controleerbaar is. Anderzijds hoeft de burger zelf geen verzekeringsbewijs meer voor te leggen of in zijn voertuig te bewaren. Deze enorme stap voorwaarts zal het leven eenvoudiger maken voor alle automobilisten, of ze de dematerialisering nu genegen zijn of minder vlot omspringen met digitale tools. Er kwam een pasklaar compromis uit de bus: het verzekeringsbewijs wordt zorgvuldig in de cloud bewaard. Eind vorig jaar hadden zes verzekeraars hun gegevens al overgezet naar het POI-platform. Tegen uiterlijk eind dit jaar zullen alle verzekeringsondernemingen de nodige informatie invoeren in de applicatie, die dan het huidige Veridass-bestand zal vervangen.

Vóór de uitrol van POI in de praktijk worden er nog aanpassingen aan de Belgische regelgeving verwacht om de vervanging van het verzekeringscertificaat door het POI-verzekeringsbewijs mogelijk te maken. Het gaat dan meer bepaald om de voorwaarden voor de schrapping van de verplichte verzending van de groene kaart en de opheffing van de verplichting om het document aan boord van het voertuig te bewaren.

De POI-applicatie betreft de Belgische markt. Op langere termijn kunnen er ook dergelijke oplossingen komen voor het verzekeringsbewijs op Europees niveau en buiten de Europese grenzen.


Socials

Volg onze actualiteit

Of stuur ons een bericht

LINKEDIN

FACEBOOK

TWITTER

Email